image012

In 1700 is dit huis met een werkplaats neergezet voor een grofsmid, hoefsmid, hetgeen in de loop van de tijd zelfs in de naam heel duidelijk naar voren komt als hier in 1921 Geert Smeding de handel overneemt. Het ligt in zijn bedoeling de smidse voort te zetten. Maar juist deze “Smeding” doet zijn naam geen eer aan. Hij vindt het besturen van een auto veel leuker. Daarom laat hij eerst hij een benzinepomp in de steeg naast zijn huis plaatsen en vraagt vervolgens een vergunning aan om een bus naar Leeuwarden te laten rijden.
Dit gaat niet zonder slag of stoot, want zijn overbuurman, Veltman, heeft ook een benzinepomp bij zijn huis op Het Breed laten zetten en vraagt net als Smeding een vergunning voor en busdienst aan. Smeding gaat echter nog verder met zijn passie om een auto te kunnen besturen: Hij zet een taxidienst op voor onder andere herenboer Reitsma.
In 1928 koopt C.Leenstra de smederij. Na enkele jaren verkoopt Leenstra het pand aan Ids Atzes van der Ploeg en verhuist zelf met zijn bedrijf naar no.68. Velen zullen Pieter en Atze nog kennen als typische dorpsfiguren. Pieter dreef een winkeltje in grutterswaren, maar daarnaast zag je hem vaak met zijn groentekar, waarvoor een bijzonder klein paardje liep, door de straten van het dorp rijden. Atze had een handeltje in petroleum, die hij eerst met een handkar rond bracht, maar later per fiets bezorgde. Vaste klanten kregen steevast het krantje “DE AUTOMAAT”.

pijpjedrop

 

Ek nijsgjirrich: